De huidige situatie rond de oorlog in Oekraïne en de betrokkenheid van het Westen lijkt een cruciaal punt te bereiken. President Joe Biden heeft nu aangegeven dat hij mogelijk bereid is Oekraïne de toestemming te geven om door het Westen geleverde raketten in te zetten op doelen diep binnen Rusland. Dit zou een nieuwe fase kunnen inluiden in het conflict en komt precies op het moment dat hij zijn Britse ambtgenoot, Keir Starmer, in het Witte Huis zal ontvangen om deze kwestie verder te bespreken.
Hoewel de Verenigde Staten, in navolging van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, lang hun terughoudendheid hebben bewaard bij het toestaan van de inzet van langeafstandswapens buiten de grenzen van Oekraïne, wordt nu duidelijk dat deze terughoudendheid aan het afnemen is. Vooral de dreiging vanuit Iran, dat Rusland voorziet van ballistische raketten, zet de discussie onder hoogspanning. Het Witte Huis overweegt nu een koerswijziging.
De druk vanuit Oekraïne om de beperkingen op het gebruik van langeafstandsraketten te versoepelen, neemt toe. Zelensky heeft opnieuw een dringend beroep gedaan op het Westen om zijn leger in staat te stellen militaire doelen in Rusland te bestoken. Biden, die lange tijd terughoudend was, ziet zich nu gedwongen om opnieuw de balans op te maken. De oorlog sleept zich voort, en het Westen kijkt met toenemende bezorgdheid naar de militaire samenwerking tussen Rusland en Iran.
Starmer, die onlangs een overweldigende verkiezingsoverwinning heeft behaald, ziet deze ontmoeting met Biden als een belangrijke kans om de relatie tussen Groot-Brittannië en de Verenigde Staten verder te verstevigen. Dit alles terwijl er in Washington volop wordt gedebatteerd over de mogelijke escalatie van het conflict als Oekraïne daadwerkelijk langeafstandswapens diep in Rusland zou mogen inzetten.
Volgens Europese functionarissen lijkt Biden op het punt te staan akkoord te gaan met een beperking: Oekraïne mag langeafstandswapens gebruiken, zolang deze niet door de VS worden geleverd. De vraag die velen bezighoudt, is echter of dit de dynamiek van de oorlog zal veranderen. De Russische president, Vladimir Poetin, heeft gewaarschuwd dat het toestaan van dergelijke aanvallen een signaal zou zijn dat de NAVO direct betrokken is bij de oorlog. In zijn ogen zou dit betekenen dat het Westen openlijk de oorlog met Rusland aangaat.
Ondanks het feit dat er geen onmiddellijke beleidsveranderingen verwacht worden tijdens de ontmoeting tussen Biden en Starmer, is het feit dat dit gesprek überhaupt plaatsvindt een indicatie van de stagnerende situatie op het slagveld. Het Westen lijkt zijn strategie te heroverwegen. Amerikaanse functionarissen benadrukken dat Oekraïense aanvallen op de Krim en de Russische vloot daar al aanzienlijke successen hebben opgeleverd. Toch blijft het debat over de vraag of het toestaan van aanvallen diep in Rusland strategisch waardevol is.
Het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft beperkte voorraden van de ATACMS-raketten, en hoewel honderden van deze systemen al aan Oekraïne zijn geleverd, blijft de vraag of hun gebruik op langere termijn het verschil zal maken. Sommigen in Washington dringen er nu op aan dat de beperkingen volledig worden opgeheven om Oekraïne een eerlijke kans te geven op militaire successen. De groeiende publieke druk, zowel vanuit democratische als republikeinse kringen, toont aan dat het debat over de verdere escalatie van het conflict nog lang niet is beslecht.
In een tijd waarin Oekraïne blijft lijden onder Russische aanvallen op burgers en infrastructuur, wordt de roep om een harder militair antwoord alleen maar sterker. Toch blijft het risico van escalatie altijd op de achtergrond dreigen. Het lijkt erop dat de komende gesprekken tussen Biden en Starmer niet alleen bepalend zullen zijn voor de relatie tussen Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, maar ook voor de verdere richting van de oorlog in Oekraïne.